Routerconfiguratie
Als uw DiskStation-apparaat zich op een LAN-netwerk bevindt, kunnen andere apparaten op het Internet geen verbinding maken. U kunt de poort doorsturen-regels instellen in Configuratiescherm > Externe toegang > Routerconfiguratie om uw DiskStation-apparaat toegankelijk te maken via internet.
Router instellen
Voordat u met regels voor poort doorsturen toevoegt, moet u de verbinding tussen DiskStation en de router instellen.
Opmerking:
-
Om de poort doorsturen regels te configureren en statische IP-adressen toe te wijzen, moet u de systeembeheerdermactigingen hebben voor de router.
-
Voor u de verbinding van het DiskStation-apparaat met een UPnP-router instelt, moet u controleren of DSM het externe ip-adres van uw DiskStation heeft opgehaald (via Configuratiescherm > Externe toegang > DDNS). Indien dit niet het geval is, controleert u de netwerk- en firewallinstellingen van het DiskStation-apparaat en de UPnP-router.
Zo stelt u de verbinding van het DiskStation-apparaat met de router in:
-
Klik op Router instellen om de installatiewizard te starten. DSM zal de volgende netwerkcomponenten/instellingen testen alvorens naar de volgende stap te gaan.
- Netwerkinterface
- Gatewayverbinding
- Internetverbinding
- Poort doorsturen
- DNS
- Afhankelijk van het routertype gaat u als volgt te werk:
-
Als de router geen ondersteuning voor UPnP biedt, gaat u naar stap 3.
-
Als u een UPnP-router hebt waarvan de compatibiliteit is getest met het DiskStation-apparaat klikt u op Toepassen als u een samenvatting van de routerinformatie ziet. De verbinding van het DiskStation-apparaat met de router is ingesteld.
-
Als u een UPnP-router waarvan de compatibiliteit niet is getest met het DiskStation-apparaat gaat u als volgt te werk:
-
Als u automatisch de verbinding met de router wilt instellen, kies Automatisch en klik op Volgende zodat het systeem een compatibiliteitstest uitvoert:
-
Als volgens de test de router compatibel is met de routerconfiguratiedienst van het DiskStation-apparaat, tikt u op het keuzevak om het testverslag te versturen zodat Synology de routercompatibiliteitsdatabase kan updaten. Klik vervolgens op Toepassen. De verbinding van het DiskStation-apparaat met de router is ingesteld.
-
Als volgens de test de router niet compatibel is met de routerconfiguratiedienst van het DiskStation-apparaat, tikt u op het keuzevak om het testverslag te versturen zodat Synology de routercompatibiliteitsdatabase kan updaten. Klik vervolgens op Sluiten om de installatiewizard te sluiten.
Opmerking:
als volgens de test de router niet compatibel is, is het toch mogelijk om via de gebruikersinterface van de router de poort doorsturen-regels in te stellen. Neem contact op met de fabrikant (bijv. Netgear, Cisco, TP-Link, D-Link etc.) van uw router bij eventuele vragen over de configuratie.
-
Als u de verbinding met de router handmatig wilt instellen, kiest u Handmatig, klikt u op Volgende en zie stap 3.
-
Als u de verbinding van het DiskStation-apparaat met de router handmatig moet instellen, gaat u als volgt te werk:
-
Kies uw router in het keuzemenu Router.
Opmerking:
als u uw router hier niet vindt, klikt u op Lijst bijwerken voor de meest recente lijst van Synology.
- Voer het protocol en de poort voor uw router in. Het protocol en de poort variƫren naargelang het model van uw router. Als u geen verbinding kunt maken via het standaard Protocol (HTTP) en Poort (80) kunt u de documentatie raadplegen die wordt geleverd met uw router voor de correcte instellingen.
- Als uw router een aangepaste account vereist, selecteer Aangepaste account gebruiken en vul de velden Account en Wachtwoord in.
-
Klik op Toepassen om te voltooien.
Poort doorsturen-regels beheren
Met poort doorsturen-regels kunt u de doelpoorten van uw DiskStation opgeven die pakketten zullen ontvangen van specifieke poorten van uw router.
Maakt uw DiskStation verbinding met internet via een router, klik dan op Maken om de installatiewizard te openen.
Er zijn twee methoden om poort doorsturen-regels toe te voegen:
- Als u poort doorsturen-regels wilt aanmaken voor systeemservices (bijvoorbeeld FTP, Web Station, etc), selecteert u Ingebouwde toepassing.
- Als u poort doorsturen-regels wilt aanmaken voor andere services selecteert u Aangepaste poort.
U kunt de volgende syntax gebruiken om poortnummers en bereik op te geven:
- Gebruik “-” om het poortbereik te beschrijven, bijvoorbeeld: 6881-6890.
- Gebruik “,” om poorten te scheiden, bijvoorbeeld: “21,22”, “21,55536-55663”.
Opmerking:
- Iedere poort van de gatewayrouter kan slechts voor een poort doorsturen-regel worden gebruikt. Als u een routerpoort gebruikt voor twee of meer regels kan dit conflicten veroorzaken, en verschijnt er een waarschuwingsbericht op het scherm. U moet een andere poort in de regel instellen om conflicten te vermijden.
- Bepaalde routers laten het gebruik van aangepaste poorten voor het doorsturen van systeemservices niet toe.
Om regels op te slaan:
Klik op Opslaan nadat u de regels hebt aangemaakt. Zo niet, worden de regels niet toegepast.
Nadat u de regels hebt opgeslagen, is het mogelijk dat u een aantal minuten moet wachten voor de regels van kracht zijn, afhankelijk van het model van uw routers.
Om te testen of uw regels werken:
Selecteer de regels die u wilt testen en klik op Verbinding testen. Het resultaat verschijnt in de kolom Verbinding testresultaat.
Voor draadloze router-configuraties*
Wanneer uw DiskStation als een draadloze router fungeert, worden de poort doorsturen-regels rechtstreeks door DiskStation uitgevoerd.
Om regels voor poort doorsturen toe te voegen:
- Klik op Maken om uw instellingenvenster te openen.
- Geef Servicenaam, Protocol (TCP of UDP), Privaat IP-adres, Private poort en Publieke poort op. U kunt de volgende syntax gebruiken om poortnummers en bereik op te geven:
- Gebruik “-” om het poortbereik te beschrijven, bijvoorbeeld: 6881-6890.
- Gebruik “,” om poorten te scheiden, bijvoorbeeld: “21,22”, “21,55536-55663”.
- Klik op Maken onderaan om de instellingen te voltooien.
Opmerking:
Het merendeel van de routers staat verschillende lokale machine- en routerpoorten toe bij de configuratie van de poort doorsturen-regels. Als uw router deze functie ondersteunt:
- wordt een nieuwe routerpoort toegewezen wanneer bij het opslaan van de regel de routerpoort al door een bestaande regel wordt gebruikt;
- kunt u rechtstreeks het routerpoortnummer opgeven bij het toevoegen of bewerken van regels.
DMZ*
Is de netwerkmapconfiguratie een draadloze router, dan kunt u DMZ inschakelen op uw DiskStation. Een host in DMZ kan een rechtstreekse verbinding maken met het extern netwerk, zonder beperking en bescherming van de firewall. Het wordt meestal gebruikt voor de configuratie van servers.
Om DMZ in te schakelen:
- Klik op DMZ-instellingen om uw instellingenvenster te openen.
- Schakel het selectievakje DMZ inschakelen in.
- Voer uw DMZ host IP-adres in.
- Klik op Toepassen.
Opmerking:
DiskStation moet een extern IP-adres bij het externe netwerk opvragen om een verbinding met een host in DMZ te kunnen maken.
____
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen of in overeenstemming met uw omgeving.