Algemeen
Met Opslagbeheer kunnen gebruikers alle opslagruimtes van hun Synology-producten beheren. Synology DSM ondersteunt meerdere types van opslagpools om opslagbeheer te vereenvoudigen en flexibele opslagruimtes met gegevensbescherming te maken.
Met DiskStation kunt u meerdere schijven combineren in een enkele opslageenheid, de zogenaamde opslagpool. DiskStation biedt de volgende types opslagpools:
- Opslagpool voor betere prestaties:
- Wijst alle beschikbare capaciteit toe aan een enkel volume.
- Biedt betere prestaties maar minder flexibiliteit in opslagbeheer.
- Laat toe om meerdere iSCSI LUN's (Gewoon Bestand) op volumes te maken.
- Ondersteunt maximaal een RAID-array.
- Opslagpool voor hogere flexibiliteit:
- Ondersteunt het maken van meerdere volumes op een opslagpool.
- Laat een flexibeler opslagbeheer toe.
- Laat toe om meerdere iSCSI LUN's (Gewoon Bestand) op volumes te maken.
- Ondersteunt de combinatie van meerdere RAID-arrays onder een opslagpool (indien geconfigureerd als RAID 5, RAID 6 of RAID F1).
RAID-type
Als u een opslagpool maakt, moet u eerst een RAID-type kiezen. Verschillende RAID-types bieden verschillende niveaus van gegevensbescherming, opslagfuncties en prestaties. Momenteel ondersteunt DiskStation de volgende RAID-types:
- Basic: gebruikt een schijf om een opslagpool te maken. Basic-opslagpools bieden geen gegevensredundantie.
- JBOD*: combineert minstens twee schijven om een opslagpool te maken. JBOD-opslagpools bieden geen gegevensredundantie. De beschikbare capaciteit van een JBOD-opslagpool is gelijk aan de totale capaciteit van alle schijven van de groep. JBOD ondersteunt de combinatie van schijven met verschillende volumegroottes.
- RAID 0*: combineert minstens twee schijven om een opslagpool te maken. RAID 0 biedt geen gegevensredundantie. Als een enkele lidschijf faalt, gaan de gegevens van de opslagpool verloren. De beschikbare capaciteit van een RAID 0-opslagpool is gelijk aan de totale capaciteit van alle lidschijven. RAID 0 ondersteunt de combinatie van schijven met verschillende volumegroottes.
- RAID 1*: combineert 2-4 schijven om een opslagpool te maken. Het systeem schrijft op elke schijf dezelfde gegevens. RAID 1 biedt gegevensbescherming zolang een schijf normaal werkt. De beschikbare capaciteit van een RAID 1-opslagpool is gelijk aan de grootte van de kleinste schijf.
- RAID 5*: combineert minimum drie schijven om een opslagpool te maken waarbij gegevens en pariteitsinformatie in blokken over alle lidschijven wordt verdeeld (striping). RAID 5 biedt gegevensredundantie. Als een lid-SSD faalt, kan het systeem met behulp van de pariteitsinformatie op alle andere lid-SSD's worden opgebouwd. Ondersteunt de combinatie van meerdere RAID-arrays indien gecreëerd op een opslagpool voor meerdere volumes. De beschikbare capaciteit van een RAID 5-opslagpool = totale capaciteit van alle RAID-arrays. RAID-arraycapaciteit = (aantal schijven - 1) x (de capaciteit van de kleinste schijf)
- RAID 6*: combineert minstens vier harde schijven om een opslagpool te maken waarbij gegevens en pariteitsinformatie in blokken over alle lidschijven wordt verdeeld (striping). RAID 6 biedt gegevensredundantie. Als een lidschijf faalt, kan het systeem met behulp van de pariteitsinformatie op alle andere lidschijven worden opgebouwd. Ondersteunt de combinatie van meerdere RAID-arrays indien gecreëerd op een opslagpool voor meerdere volumes. De beschikbare capaciteit van een RAID 6-opslagpool = totale capaciteit van alle RAID-arrays. RAID-arraycapaciteit = (aantal schijven - 2) x (de capaciteit van de kleinste schijf)
- RAID 10*: combineert minstens vier schijven om een opslagpool te maken. Het aantal schijven moet een even aantal zijn, RAID 10 heeft de performantie van RAID 0 en het gegevensbeveiligingsniveau van RAID 1. De beschikbare capaciteit van een RAID 10 Group = (capaciteit van de kleinste schijf) X (aantal schijven/2)
- RAID F1*: Dit RAID-type is ontwikkeld voor solid-state schijven (SSD). Het combineert minstens drie SSD's om een opslagpool te maken, en verdeelt gegevens en pariteitsinformatie in blokken over alle lid-SSD's en schrijft meer pariteitsbits naar een specifieke SSD om het gelijktijdig falen van meerdere SSD's te voorkomen. RAID F1 biedt gegevensredundantie. Als een lid-SSD faalt, kan het systeem met behulp van de pariteitsinformatie op alle andere lid-SSD's worden opgebouwd. Ondersteunt de combinatie van meerdere RAID-arrays indien gecreëerd op een opslagpool voor meerdere volumes. De beschikbare capaciteit van een RAID F1-opslagpool = totale capaciteit van alle RAID-arrays. RAID-arraycapaciteit = (aantal schijven - 1) x (de capaciteit van de kleinste schijf)
Opmerking:
- RAID-types met * zijn uitsluitend beschikbaar op NAS-modellen met voldoende harde schijfsleuven. Om te zien welke RAID-types door uw model worden ondersteund, gaat u naar www.synology.com en controleert u de specificaties van uw model.