Gedeelde map synchroniseren
Met Gedeelde map synchroniseren kunnen gebruikers gedeelde mappen van het ene DiskStation -apparaat (de bron) met andere DiskStation -apparaten (de doelen) in een LAN of op internet synchroniseren.
Bij de eerste synchronisatie, maakt Gedeelde map synchroniseren een volledige synchronisatie van de geselecteerde gedeelde mappen. Hierna worden uitsluitend gewijzigde bestanden gesynchroniseerd. Bestanden die van de bron zijn verwijderd, worden ook op het doel gewist.
Opmerking:
- Gedeelde map synchroniseren is een éénrichtingssynchronisatie-oplossing waarmee de bestanden van de bron naar het doel worden gesynchroniseerd. Voor een tweerichtingssynchronisatie-oplossing gebruik Synology Drive ShareSync.
- Wanneer op het doel een gedeelde map bestaat met dezelfde naam (bijv. SharedFolder) als de gedeelde map op de bron, wordt bij de synchronisatie een nieuwe map met een genummerde naam (bijv. SharedFolder_1) gemaakt op het doel.
- Wanneer op het doel geen gedeelde mappen bestaan met dezelfde naam als de gedeelde map op de bron, wordt een nieuwe map met dezelfde naam op het eerste beschikbare volume gemaakt.
- Standaard hebben gebruikers geen toegangsmachtigingen tot de gesynchroniseerde gedeelde map en het doel. Neem contact op met de admin van het doel om toegangsmachtigingen in te schakelen.
De service inschakelen
Om Gedeelde map synchroniseren in te schakelen:
U moet eerst de service inschakelen op de doel-DiskStation.
- Ga naar Configuratiescherm > Bestandsservices > rsync
- Vink het selectievakje Rsync-service inschakelen aan om de service Gedeelde map synchroniseren in te schakelen.
- Klik op Toepassen.
Gedeelde mappen ontkoppelen van de doel-DiskStation:
wanneer verschillende bronnen gelijktijdig dezelfde gedeelde map naar de doel-DiskStation synchroniseren, zal er een conflict optreden. U zult de gedeelde map aan bronzijde moeten ontkoppelen voordat een andere bron de map naar het doel kan synchroniseren.
- Meld u aan op de doel-DiskStation en ga naar Configuratiescherm > Gedeelde map synchroniseren > Verbindingslijst.
- Selecteer de conflicterende verbinding van een bron-DiskStation en klik vervolgens op Ontkoppelen om de verbinding te verwijderen.
Nu kan een andere bron de gedeelde map synchroniseren naar de doel-DiskStation.
Synchronisatietaken beheren
Om een synchronisatietaak te maken:
- Meld u aan op de bron-DiskStation en ga naar Configuratiescherm > Gedeelde map synchroniseren > Takenlijst.
- Klik op Maken.
- Voer een naam in voor de taak.
- Selecteer de gedeelde map of gedeelde mappen die u met het doel wilt synchroniseren.
- Specificeer het doel-DiskStation en selecteer de desgewenste synchronisatie-opties:
- SSH-coderingspoort voor gecodeerde synchronisatie van gedeelde mappen: specificeer de gewenste coderingspoort voor SSH-overdrachtscodering.
- SSH-overdrachtcodering inschakelen: gegevens coderen tijdens de overdracht. Dit biedt een betere beveiliging, terwijl de niet-gecodeerde overdracht betere prestaties biedt. Bepaal zelf wat u het belangrijkste vindt.
- Overdrachtcompressie inschakelen: gegevens comprimeren tijdens de overdracht. Dit spaart netwerkbandbreedte, maar verhoogt de belasting van de CPU.
- Synchronisatie op blokniveau inschakelen: alleen de verschillen overdragen in plaats van hele bestanden. Dit spaart netwerkbandbreedte, maar verhoogt de belasting van de CPU.
- Wanneer gevraagd selecteer een van de volgende opties om aan te geven wanneer de synchronisatie van de bron naar het doel moet worden uitgevoerd:
- Synchronisatie uitvoeren bij wijziging: Synchronisatietaak wordt onmiddellijk uitgevoerd zodra in de gedeelde bronmap wijzigingen worden uitgevoerd.
- Synchronisatie handmatig uitvoeren: synchronisatietaak wordt handmatig uitgevoerd vanaf de gedeelde map op de bron.
- Geavanceerde planning: klik op Schemaplan om aan te geven wanneer de synchronisatietaak moet worden uitgevoerd.
- Klik op Toepassen. Nu ziet u de synchronisatietaak in de taaklijst die wordt uitgevoerd op grond van het opgegeven schema.
Om een synchronisatietaak te beheren:
- Ga op de bron-DiskStation naar Configuratiescherm > Gedeelde map synchroniseren, klik op Takenlijst en selecteer de gewenste taak.
- Voer een van de volgende handelingen uit:
- Klik op Bewerken om de taak te bewerken.
- Klik op Verwijderen om de taak te verwijderen.
- Klik op Nu synchroniseren om de taak meteen uit te voeren wanneer de synchronisatietaak nog niet wordt uitgevoerd.
- Klik op Annuleren om de lopende taak te stoppen wanneer de synchronisatietaak wordt uitgevoerd.
Opmerking:
Als het schema voor een synchronisatietaak is ingesteld op Synchronisatie uitvoeren bij wijziging, klikt u op Annuleren om de geactiveerde synchronisatietaak te stoppen. Als echter wijzigingen zijn aangebracht op de gegevens van een of meer gedeelde mappen die door de synchronisatietaak worden bijgehouden, wordt de taak hervat door Gedeelde map synchroniseren.
-
Klik op Volledig synchroniseren om alle gegevens te synchroniseren. Gedeelde map synchroniseren voert de eerste keer een volledige synchronisatie uit en synchroniseert hierna slechts de aangepaste onderdelen. Klik op deze knop om alle gegevens opnieuw handmatig te synchroniseren.
Meer informatie
- De taaknaam moet 1 tot 32 unicode-tekens bevatten en mag de volgende tekens niet bevatten:
! " # $ % & ' ( ) * + , / : ; <= > ? @ [ ] \ ^ ` { } | ~
- Als u gedeelde mappen synchroniseert van ext4- naar een ext3-bestandssysteem, kunnen er fouten optreden als de taak meer dan 32 000 mappen bevat.
- Als de gedeelde mappen in het doel-DiskStation eerder met een andere DiskStation zijn gesynchroniseerd, voert Gedeelde map synchroniseren een volledige synchronisatie uit.
- U hebt op het bestemmings-DiskStation beheerdersrechten nodig om Gedeelde map synchroniseren-taken uit te voeren. Ofwel u hebt het wachtwoord van het admin-account, of u bent lid van de beheerdersgroep.
- Als u de doel-DiskStation via internet synchroniseert, voert u de servernaam met het externe ip-adres of hostnaam in. Als u echter een hostnaam invoert, moet de naam in de FQDN-indeling (Full Qualified Domain Name) zijn, zoals bijvoorbeeld "www.synology.com".
- Voor poort doorsturen maakt Gedeelde map synchroniseren gebruik van poort 22 voor versleutelde overdrachten, en van poort 873 voor onversleutelde overdrachten.
- Externe opslagapparaten worden niet ondersteund door Gedeelde map synchroniseren.
- Wanneer de taak Gedeelde map synchroniseren wordt uitgevoerd, worden de gecodeerde mappen op het doel automatisch gekoppeld; Voor toegang tot de gegevens moet u eerst de gecodeerde mappen op het doel eerst koppelen.
- Gepland Gedeelde map synchroniseren zal niet op het opgegeven tijdstip worden uitgevoerd als er geen wijzigingen zijn aangebracht aan de geselecteerde gedeelde map.
- Voor de beste prestaties stellen we voor dat elke synchronisatietaak minder dan 200 gedeelde mappen bevat.
- De Gebruiker basismap-functie is uitgeschakeld op de bestemming DiskStation wanneer de gedeelde map homes wordt gesynchroniseerd van de bron DiskStation naar de bestemming DiskStation.
- Voor modellen met pakketarchitecturen 88f628x of Qoriq kunt u tot 100.000 gedeelde mappen (inclusief submappen) synchroniseren met Gedeelde map synchroniseren. Raadpleeg deze FQA voor meer informatie over de pakketarchitectuur die uw DiskStation gebruikt.
- Gedeelde map synchroniseren kan Windows ACL-instellingen back-uppen als het bestandssysteem van het doel ext4 of Btrfs is.
Opmerking: op de DiskStation opgeslagen gegevens en Windows ACL-instellingen kunnen niet naar EDS14 worden gesynchroniseerd.
- Gedeelde map synchroniseren mislukt wanneer u naar een doelserver synchroniseert met dezelfde naam als uw DiskStation.
- Geavanceerde gedeelde-mapmachtigingen op de bron worden niet gesynchroniseerd met het doel. Bovendien wordt een alleen-lezenregel voor de administratorgroep op het doel aangemaakt.
- Om de functionaliteit van Gedeelde map synchroniseren te garanderen, overschrijft het systeem automatisch de machtigingsinstellingen in Configuratiescherm > Gedeelde map > Bewerken > Geavanceerde machtigingen > Geavanceerde machtigingen voor delen telkens wanneer een synchronisatietaak wordt uitgevoerd. De bevoegdheidsinstellingen voor de huidige gebruikersaccount op het doel worden gewijzigd in Alleen lezen. Van alle andere gebruikers op het doel die de bevoegdheid Alleen lezen hebben, wordt de bevoegdheid ingetrokken (uitgeschakeld).