Algemeen
Configuratiescherm > Hardware & stroom > Algemeen biedt opties om stroomherstel, Wake on LAN (WOL) en geheugencompressie in te schakelen. Hier kunt u ook de pieptoonwerking, ventilatorsnelheid en ledhelderheid wijzigen.
Geheugencompressie
Door geheugencompressie in te schakelen wordt de algemene systeemresponsiviteit verbeterd doordat bij belasting de meest recent gebruikte gegevens worden gecomprimeerd.
Als er meerdere toepassingen lopen en het geheugen begint vol te raken, comprimeert dynamische geheugencompressie de zelden gebruikte gegevens waardoor geheugengebruik wordt geminimaliseerd. De gegevens worden onmiddellijk gedecomprimeerd zodra u de gegevens nodig heeft. Hierdoor wordt de noodzaak van het lezen en schrijven van wisselbestanden op de schijf beperkt, met een betere efficiƫntie en responsiviteit tot gevolg.
Schakel het selectievakje in om geheugencompressie in te schakelen.
Opmerking:
- geheugencompressie is uitsluitend beschikbaar op specifieke modellen. Voor meer informatie raadpleeg Synology website.
Stroomherstel
Als het systeem door onverwachte stroomstoring wordt uitgeschakeld, kan het systeem door de stroomherstelfunctie automatisch opnieuw worden opgestart zodra de stroom is hersteld.
Wake on LAN
Door het selectievakje Wake on LAN (WOL) in te schakelen kunt u DiskStation over het LAN of het internet inschakelen door het IP-adres (of de DDNS-hostnaam) en MAC-adres van uw DiskStation in te voeren in een WOL-toepassing, zoals Synology Assistant, DS finder of andere WOL-toepassingen.
Wake on LAN werkt alleen nadat DiskStation correct werd uitgeschakeld door op de Aan-uitknop te drukken of op de DSM-interface op Afsluiten te klikken. Laat na uitschakeling de stekker van de stroomkabel in het stopcontact.
Opmerking:
- WOL is uitsluitend beschikbaar op specifieke modellen. Voor meer informatie raadpleeg Synology website.
- WOL wordt niet ondersteund op 10GbE LAN-poorten (indien beschikbaar op uw DiskStation).
- Bij RC18015xs+ is WOL standaard ingeschakeld op 1GbE LAN-poorten voor DiskStation en kan niet worden uitgeschakeld.
Ventilatorsnelheidsmodus
De volgende ventilatorsnelheidsopties zijn beschikbaar:
- Volledige snelheid: de ventilator werkt op volledige snelheid om DiskStation koeler te houden maar maakt meer geluid.
- Koelmodus: de ventilator werkt op een hoge snelheid om DiskStation koeler te houden maar maakt meer geluid.
- Stille modus: ventilator werkt op een lagere snelheid en maakt minder geluid, maar DiskStation kan warmer worden.
- Lage energiemodus: ventilator werkt op een lagere snelheid en maakt minder geluid, maar DiskStation kan warmer worden. De ventilator stopt om energieverbruik te besparen zodra de DiskStation is afgekoeld. De modus Laag vermogen is alleen beschikbaar voor specifieke modellen.
Opmerking:
- ventilatorgerelateerde configuratie is niet beschikbaar op ventilatorloze modellen, zoals EDS14. Voor meer informatie raadpleeg Synology website.
Pieptoonwerking
DiskStation laat een pieptoon horen wanneer bepaalde gebeurtenissen of fouten optreden. Klik op de selectievakjes van aangegeven gebeurtenissen zodat u een melding van DiskStation krijgt als een dergelijke gebeurtenis optreedt.
Om de pieptoon te stoppen:
- geeft DiskStation een pieptoon, klik dan op de knop Pieptoon uit om de pieptoon te deactiveren.
LED
In Configuratiescherm > Hardware & stroom > Algemeen > LED-helderheidsregeling kunt u de helderheid van de ledindicatielampjes op uw DiskStation instellen.
Opmerking:
- Ledconfiguratie is uitsluitend beschikbaar op specifieke modellen. Voor meer informatie raadpleeg Synology website.
- de helderheidsinstellingen worden toegepast op alle led-indicatielampjes op uw DiskStation (i.e. voeding, STATUS, LAN, schijfstatus enz.).
Om led-helderheid aan te passen:
Er zijn vier helderheidsniveaus beschikbaar voor led-indicatielampjes op uw DiskStation.
- Klik op de wijzer op de helderheidsschaal en sleep hem in een van de twee richtingen:
- naar rechts: hogere led-helderheid
- naar links: lagere led-helderheid
- Klik op Toepassen om de instelling op te slaan.
Om led-helderheid aan te passen volgens planning:
de led-indicatielampjes kunnen van helderheidsgraad volgens planning aanpassen.
- Klik op Planning instellen.
- Klik op een van de onderstaande helderheidstypes:
- Standaardhelderheid: de hoogste helderheid
- Aangepaste helderheid: het op de helderheidsschaal opgegeven helderheidsniveau
- Uit: led uit
- Klik op de gewenste periode om de helderheidsschaal aan te passen.
- Klik op OK en op Toepassen om uw instellingen op te slaan.