Bewaken

Deze pagina bevat drie tabbladen die de bewaking van de systeemstatus, service en netwerkinterface weergeven. Deze pagina biedt u de mogelijkheid om bepaalde doelen te bewaken. Als er een fout optreedt van een gecontroleerde target op de actieve server, schakelt het systeem over naar de stand-by passieve server (op voorwaarde dat de passieve server normaal functioneert). De volgende tabbladen verschijnen op deze pagina:

Tabblad systeemstatus

De systeemstatus wordt standaard bewaakt en kan niet worden uitgeschakeld. De failover wordt geactiveerd wanneer er systeemstoringen van de actieve server optreden. De volgende gedeeltes verschijnen op dit tabblad:

Tabblad Service

Toont services die kunnen worden gecontroleerd en de status. Failover wordt geactiveerd bij de status Abnormaal van services. De volgende gedeeltes verschijnen op dit tabblad:

Om een service te bewaken:

  1. zoek de service die u wilt controleren. Controleer dat de servicestatus op normaal staat.
  2. Schakel het selectievakje naast de service in.
  3. Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.

Opmerking:

Services kunnen als volgt worden gecontroleerd: Windows-bestandsservice, iSCSI Target, FTP, Mac-bestandsservice, NFS-service.

Tabblad Netwerkinterface

Toont de logische netwerkinterfaces die kunnen worden bewaakt. Failover wordt geactiveerd wanneer de netwerkverbinding abnormaal is. (Zie de onderstaande Opmerkingen.) De volgende gedeeltes verschijnen op dit tabblad:

Opmerking:

Als de optie Bewaken is ingeschakeld, voert het systeem een failover naar de passieve server uit bij een storing of fout van de netwerkverbinding van de actieve server, op voorwaarde dat de netwerkverbinding van de passieve server normaal functioneert.

Om een interface te bewaken:

  1. zoek de interface die u wilt controleren. Controleer dat de kabels correct zijn aangesloten op de interfaces van zowel de actieve als de passieve server.
  2. Schakel het selectievakje naast de service in.
  3. Klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.