Snapshots
Op deze pagina kunt u snapshots nemen, verwijderen en bewerken, alsook het snapshotschema en bewaarinstellingen configureren.
U kunt in een keer maximaal 256 snapshotkopieën opslaan voor elke gedeelde map of iSCSI LUN. Snapshots verlagen het schijfverbruik door individuele blokken te bewaren in plaats van complete bestanden. Voor de update of verwijdering van bestanden in gedeelde mappen of blokken in iSCSI LUNs wordt extra ruimte gebruikt.
Gedeelde map
Om een snapshot van een gedeelde map te maken:
- selecteer de gedeelde map waarvan u een snapshot wilt maken.
- Klik op Een snapshot maken.
- Voer een beschrijving in het veld Beschrijving voor de te nemen snapshot.
- Schakel het selectievakje Vergrendelen in/uit om te bepalen of bij het maken van de snapshot de bewaarinstellingen van kracht zijn of niet bij activering van de automatische verwijdering.
- Klik op OK om de snapshot te nemen.
Opmerking:
- van de instellingen in Configuratiescherm > Gedeelde map > pagina Bewerken wordt alleen de Windows ACL-machtiging in de snapshot opgenomen.
Om snapshots in gedeelde mappen te doorbladeren:
- selecteer de gedeelde map om de snapshots te doorbladeren.
- Klik op Snapshot-lijst.
- Selecteer de snapshot die u wilt doorbladeren en klik op Bladeren.
Opmerking:
- Het Bladeren van snapshots is niet beschikbaar bij gecodeerde gedeelde mappen.
- Ga naar Configuratiescherm > Gedeelde map > Bewerken om het selectievakje Snapshot zichtbaar maken wanneer het u niet lukt om in een snapshot te bladeren.
Om snapshots in gedeelde mappen te verwijderen:
- selecteer de gedeelde map waarvan u snapshots wilt verwijderen.
- Klik op Snapshot-lijst.
- Selecteer een of meer snapshots die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen. (Houd de Shift- of Ctrl-toets ingedrukt om meerdere items te selecteren.)
- U krijgt een bevestigingsmelding. Klik op Verwijderen om verwijdering te bevestigen.
Om snapshots in gedeelde mappen te bewerken:
- selecteer de gedeelde map waarvan u snapshots wilt bewerken.
- Klik op Snapshot-lijst.
- Selecteer de snapshot die u wilt bewerken en klik op Bewerken.
- U kunt de beschrijving van de snapshot wijzigen in het veld Beschrijving en het selectievakje Vergrendelen in-/uitschakelen om te bepalen of bij het maken van de snapshot de bewaarinstellingen van kracht zijn of niet bij activering van de automatische verwijdering.
- Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
Om geplande snapshots te configureren:
Bij geplande snapshots zal Snapshot en replicatie op ingestelde tijdstippen en frequentie automatisch snapshots maken, waardoor u het werk van handmatige snapshots wordt bespaard.
- Selecteer een gedeelde map.
- Klik op Planning instellen.
- Schakel in het tablad Schema het selectievakje Snapshotplanning inschakelen in en stel het tijdstip en frequentie van snapshots in. Schakel het selectievakje uit om de geplande snapshots van deze gedeelde map te annuleren.
- Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
- U krijgt een bevestigingsmelding. Klik op OK om de configuratie te bevestigen.
Opmerking:
- De configuratie voor geplande snapshots geldt niet voor de functie Configuratieback-up in Configuratiescherm > Updaten en terugzetten > Configuratieback-up.
Om de bewaarinstellingen van geplande snapshots te configureren:
- Selecteer een gedeelde map.
- Klik op Planning instellen.
- Selecteer tabblad Bewaren.
- Configureer uw bewaarinstellingen. Selecteer een van de volgende opties:
- Oude snapshots verwijderen bij het bereiken van de limiet: zodra het maximaal aantal snapshots wordt bereikt, worden de oudste snapshots vervangen door nieuwe snapshots.
- Snapshots altijd bewaren: zodra het maximaal aantal snapshots wordt bereikt, stopt Snapshot en replicatie het maken van nieuwe snapshots en blijven gemaakte snapshots behouden.
- Snapshots met het volgende beleid behouden: u kunt de bewaarregels voor specifieke tijdbereiken configureren. Voor meer informatie zie de opmerking Bewaarbeleid.
- Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
Opmerking:
- wijziging van de bewaarinstellingen zal van invloed zijn op de equivalente instellingen op pagina Replicatie.
iSCSI LUN
Om een snapshot van een iSCSI LUN te maken:
- selecteer de iSCSI LUN waarvan u een snapshot wilt maken.
- Klik op Een snapshot maken.
- Voer een beschrijving in het veld Beschrijving voor de te nemen snapshot.
- In het vervolgkeuzemenu Vergrendelen selecteer Ja/Nee om te bepalen of bij activering van de automatische verwijdering de bewaarinstellingen van kracht zijn of niet voor snapshots.
- Klik op OK om de snapshot te nemen.
Om een snapshot van een iSCSI LUN te verwijderen:
- selecteer de iSCSI LUN waarvan u snapshots wilt verwijderen.
- Klik op Snapshot-lijst.
- Selecteer een of meer snapshots die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen. (Houd de Shift- of Ctrl-toets ingedrukt om meerdere items te selecteren.)
- U krijgt een bevestigingsmelding. Klik op Ja om de verwijdering te bevestigen.
Om een snapshot van een iSCSI LUN te bewerken:
- selecteer de iSCSI LUN waarvan u snapshots wilt bewerken.
- Klik op Snapshot-lijst.
- Selecteer de snapshot die u wilt bewerken en klik op Bewerken.
- Voer een van de volgende handelingen uit om een snapshot te bewerken:
- Wijziging van de beschrijving van de snapshot in Beschrijving.
- Selecteer het Consistente status als toepassingsconsistente snapshot niet is ingeschakeld.
- Schakel tussen Ja/Nee in het vervolgkeuzemenu Vergrendelen om te bepalen of bij activering van de automatische verwijdering de bewaarinstellingen van kracht zijn of niet voor snapshots.
- Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
Om geplande snapshots te configureren:
Bij geplande snapshots zal Snapshot en replicatie op ingestelde tijdstippen en frequentie automatisch snapshots maken, waardoor u het werk van handmatige snapshots wordt bespaard.
- Selecteer een iSCSI LUN.
- Klik op Planning instellen.
- Schakel in het tablad Schema het selectievakje Snapshotplanning inschakelen in en stel het tijdstip en frequentie van snapshots in. Schakel het selectievakje uit om de geplande snapshots van deze gedeelde map te annuleren.
- Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
Om de bewaarinstellingen van geplande snapshots te configureren:
- Selecteer een iSCSI LUN.
- Klik op Planning instellen.
- Selecteer tabblad Bewaren.
- Configureer uw bewaarinstellingen. Selecteer een van de volgende opties:
- Oude snapshots verwijderen bij het bereiken van de limiet: zodra het maximaal aantal snapshots wordt bereikt, worden de oudste snapshots vervangen door nieuwe snapshots.
- Snapshots altijd bewaren: zodra het maximaal aantal snapshots wordt bereikt, stopt Snapshot en replicatie het maken van nieuwe snapshots en blijven gemaakte snapshots behouden.
- Snapshots met het volgende beleid behouden: u kunt de bewaarregels voor specifieke tijdbereiken configureren. Voor meer informatie zie de opmerking Bewaarbeleid.
- Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
- U krijgt een bevestigingsmelding. Klik opnieuw op OK om de configuratie te bevestigen.
Om de consistente status van uw iSCSI LUN-snapshots te configureren:
- Selecteer een iSCSI LUN.
- Klik op Planning instellen.
- Selecteer tabblad Toepassing.
- Schakel selectievakje Toepassingsconsistente snapshots inschakelen in/uit om tussen de volgende consistente statussen te schakelen:
- Toepassingsconsistent: Het maken van snapshots met deze consistentiestatus is alleen mogelijk met de installatie van Synology Snapshot Manager op uw Windows-server of VMware vCenter Server en afhankelijk van uw besturingsomgeving voor communicatie met DSM. Bij de activering van toepassingsconsistente snapshots in DSM ontvangen toepassingen hiervan een melding en worden alle gegevens in het LUN-geheugen opgenomen in een snapshot waarmee de gegevensconsistentie wordt gegarandeerd.
Opmerking:
- Toepassingsconsistente snapshots blijven uitgeschakeld, ook na inschakeling, wanneer Synology Snapshot Manager niet is geïnstalleerd op uw besturingsomgeving.
- Crash-consistent: Is Synology Snapshot Manager niet geïnstalleerd op een van uw clients, dan kunt u alleen crash-consistente snapshots van LUN's maken. Bij activering van crash-consistente snapshots ontvangen toepassingen hiervan geen melding en worden de gegevens in het geheugen niet naar de LUN's gestuurd waardoor het niet mogelijk is om gegevensconsistentie te gegarandeerd.
- Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
Opmerking:
- wijziging van de consistentiestatusinstellingen zal van invloed zijn op de equivalente instellingen op pagina Replicatie.
____
Bewaarbeleid
Deze optie biedt een ideale oplossing voor de opgave van het maximum aantal snapshotversies per volume, maar het kan nodig zijn dat u uw snapshots langer moet bewaren.
Synology gebruikt GFS, ofwel het bewaarbeleid Grandfather-Father-Son. U kunt het maximum aantal te bewaren snapshotversies configureren voor de volgende tijdbereiken: uurlijks, dagelijks, wekelijks, maandelijks en jaarlijks.
Snapshot en replicatie zal voor elk tijdbereik het geconfigureerde maximum aantal snapshots bewaren. Bestaat er meer dan een snapshotversie binnen een tijdbereik, dan wordt de nieuwste versie bewaard. Als u bijvoorbeeld 10 als beleid voor wekelijkse snapshot(s) opgeeft, zal Snapshot en replicatie de nieuwste snapshot bewaren (indien er meer dan een snapshot wordt gemaakt per week) van elk tijdvak van 10 weken.
Bovendien wordt standaard de nieuwste snapshot van alle snapshotversies binnen het tijdbereik van een uur bewaard, zodat u gemakkelijk de meest recente snapshotversies kunt vinden en terugzetten. U kunt een snapshot ook vergrendelen om te voorkomen dat deze door uw bewaarregels automatisch wordt verwijderd.