Hotspot*
Uw DiskStation-apparaat biedt ondersteuning voor het maken van een hotspot om de internetverbinding met andere draadloze apparaten te delen als u een Wi-Fi USB-adapter hebt geïnstalleerd of uw DiskStation ingebouwd Wi-Fi heeft. U kunt uw DiskStation instellen als een draadloos toegangspunt (AP) of draadloze router, afhankelijk van hoe u internet wilt gebruiken.
Hotspot-modus |
Beschrijving |
Draadloos AP |
- Overbrugt uw LAN- en Wi-Fi-netwerk.
- Uw LAN- en draadloze clients staan op hetzelfde lokale netwerk.
- Van toepassing wanneer u al een router hebt en u uw DiskStation wilt gebruiken als een aanvullend toegangspunt tot een bestaand netwerk.
- Maakt het delen van netwerkbronnen mogelijk, zoals DLNA-apparaten, printers (niet van toepassing voor Grantley-platformen, raadpleeg dit artikel), Synology Web Assistant en andere services die netwerkbroadcasts gebruiken.
- De DHCP-server wordt uitgeschakeld op DiskStation-apparaten die als draadloze AP's fungeren. Om de DHCP-server voor uw DiskStation opnieuw in te schakelen, verwijdert u de Wi-Fi-dongles en start DiskStation opnieuw op.
- Voor modellen met meerdere LAN-poorten, wordt enkel LAN 1 gebruikt als brug naar het draadloze AP.
|
Draadloze router |
- Stelt een draadloos netwerk in waar apparaten op een persoonlijk subnet staan.
|
Opmerking:
- bij bepaalde modellen is aansluiting van draadloze dongles nodig om hotspots te maken. Een complete lijst van ondersteunde draadloze dongles vindt u op www.synology.com.
- Bij non-DS213air-modellen heeft de optie Draadloze hotspot in DSM 4.3 de naam "Wireless Router" in DSM 5.0 en nieuwere versies.
Hotspotinstellingen beheren
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u hotspotinstellingen op uw DiskStation kunt inschakelen en beheren.
Om DiskStation in te zetten als hotspot:
- ga naar Configuratiescherm > Draadloos > Netwerkmap. Kies Draadloos AP of Draadloze router.
- Ga naar het tabblad Wi-Fi en klik op Bewerken om de volgende instellingen te beheren:
- Naam (SSID): voer een naam voor het draadloze netwerk in.
- Tonen/Verbergen: selecteer of het draadloos netwerk zichtbaar moet zijn voor andere apparaten.
- Draadloze modus: selecteer een draadloze standaard. Elke standaard ondersteunt verschillende bandbreedtes en frequenties.
- Kanaalbreedte: selecteer een kanaalbreedte (alleen beschikbaar bij het gebruik van 802.11n draadloze modus).
- Kanaal: selecteer een frequentie voor het draadloze netwerk. Voor betere prestaties selecteert u een andere frequentie dan die van nabije netwerken.
- Energie verzenden: selecteer een signaalsterkte voor het draadloze netwerk.
- Max. aantal verbindingen: selecteer het aantal clientapparaten dat met het netwerk een verbinding mag maken. De hoogste verbindingsinstelling is 256.
- WMM QoS inschakelen: Wi-Fi Multimedia (WMM) QoS (Quality of Service) via Wi-Fi. Met deze optie kan het draadloze netwerk de prioriteit van het verkeer regelen en het delen van bronnen over toepassingen optimaliseren.
Om een draadloos-netwerkschema op te zetten:*
door een draadloos-netwerkschema in te schakelen kunt u regelen wanneer het draadloze netwerk van uw DiskStation actief en toegankelijk is.
- Ga naar het tabblad Wi-Fi en klik op Bewerken.
- Schakel het selectievakje Schema inschakelen in.
- Klik op Schema instellen.
- Selecteer in het schemavenster wanneer het draadloze netwerk actief moet zijn.
Beveiligingsinstellingen
Configuratiescherm > Draadloos > Wi-Fi biedt opties om de beveiligingsinstellingen van uw draadloos netwerk te bewerken.
Om draadloze beveiliging in te stellen:
- Klik op Bewerken.
- Selecteer een van de volgende beveiligingsprotocollen in het vervolgkeuzemenu Beveiligingsinstellingen:
- WEP: een basisbeveiligingsprotocol dat vereist dat gebruikers een wachtwoord invoeren voor toegang tot het draadloze netwerk, maar dat minimale bescherming biedt.
- WPA/WPA2 Persoonlijk:Aanbevolen. vereist dat gebruikers een wachtwoord invoeren voor toegang tot het draadloze netwerk, en is een beter beveiligd protocol dan WEP.
- WPA/WPA2 Zakelijk:* een beveiligingsprotocol dat voor bedrijven is ontwikkeld. Vereist dat gebruikers zich via een externe verificatieserver verifiëren.
Om Wi-Fi Protected Setup in te schakelen:*
Wi-Fi Protected Setup is een standaard van de Wi-Fi Alliance om de draadloze beveiligingsinstellingen te vereenvoudigen voor gebruikers. U kunt een drukknop of PIN-code gebruiken om uw Wi-Fi-netwerk de beveiligen. Klik op WPS om Wi-Fi Protected Setup in te schakelen.
Gastnetwerk*
Naast het maken van een draadloos hostnetwerk ondersteunt uw DiskStation ook het maken van een draadloos gastnetwerk. De instellingen van het gastnetwerk kunnen worden beperkt om de toegang van gebruikers te beperken, wat handig is voor bedrijven en andere instellingen die een draadloos netwerk aan gasten willen aanbieden, maar geen toegang willen geven tot het hostnetwerk.
Om een gastnetwerk in te schakelen:
- Ga naar Configuratiescherm > Draadloos > Wi-Fi.
- Klik op Bewerken om de instellingen te beheren op het tabblad Gastnetwerk:
- Naam (SSID): voer een naam voor het draadloze netwerk in.
- Tonen/Verbergen: selecteer of het draadloos netwerk zichtbaar moet zijn voor andere apparaten.
- Max. aantal verbindingen: selecteer het aantal clientapparaten dat met het netwerk een verbinding mag maken. De maximale verbindingsinstelling is 256.
Om een gastnetwerk in te stellen:
Selecteer een van de volgende beveiligingsprotocollen in het vervolgkeuzemenu Beveiligingsinstellingen:
- WEP: een basisbeveiligingsprotocol dat vereist dat gebruikers een wachtwoord invoeren voor toegang tot het draadloze netwerk, maar dat minimale bescherming biedt.
- WPA/WPA2 Persoonlijk:Aanbevolen. vereist dat gebruikers een wachtwoord invoeren voor toegang tot het draadloze netwerk, en is een beter beveiligd protocol dan WEP.
Om een gastnetwerkschema in te stellen:
door een gastnetwerkschema in te schakelen, kunt u regelen wanneer het gastnetwerk van uw DiskStation actief en toegankelijk is.
- Schakel het selectievakje Gastnetwerkschema inschakelen in.
- Klik op Gastschema instellen.
- Selecteer in het schemavenster wanneer het draadloze gastnetwerk actief moet zijn.
Opmerking:
- Deze functie is alleen beschikbaar op DS213air.
- het draadloze gastnetwerk kan niet actief zijn gedurende de periodes dat het draadloze hostnetwerk is gedeactiveerd.
MAC-filter instellen*
De MAC-filter (onder Configuratiescherm > Draadloos) geeft aan welke MAC-adressen toegang hebben tot het draadloze netwerk zodat u de toegang tot specifieke apparaten kunt blokkeren of verlenen. Deze functie controleert alleen de netwerktoegang en geen andere coderingsinstellingen.
Om MAC-filterregels te maken:
- voer de beschrijving en het MAC-adres van een apparaat in.
- Een toegangsbeleid selecteren:
- Weigeren: beperkt de toegang van het opgegeven MAC-adres tot het draadloze netwerk.
- Toestaan: staat toe dat het opgegeven MAC-adres toegang heeft tot het draadloze netwerk.
Ouderlijk toezicht*
Met ouderlijk toezicht controleert u wanneer elk clientapparaat dat aangesloten is op het lokale netwerk van DiskStation toegang heeft tot internet. Bijvoorbeeld wanneer computers of mobiele apparaten van uw kinderen een verbinding maken met internet via DiskStation. Door de instellingen voor ouderlijk toezicht te configureren, kunt u het internetgebruik beperken tot bepaalde apparaten en een specifieke tijdspanne.
Ouderlijk toezicht inschakelen:
- Ga naar Configuratiescherm > Draadloos > Ouderlijk toezicht-instellingen.
- Klik op de knop Toevoegen om een clientapparaat toe te voegen.
- Naam van de klant kies een apparaat dat is aangesloten op DiskStation of voer de naam handmatig in (bijv. laptop Louisa).
- MAC-adres: voer het MAC-adres in van het apparaat waarvan u het internetgebruik wilt controleren.
- Schema instellen: geef de tijd aan waarop het specifieke apparaat toegang heeft tot internet via DiskStation.
Verbindingslijst*
De verbindingslijst (bij Configuratiescherm > Draadloos) toont informatie over apparaten die aangesloten zijn op de DiskStation. Hier kunt u apparaten rechtstreeks aan de MAC-filterlijst toevoegen.
Om apparaten aan de MAC-filterlijst toe te voegen:
- Schakel het selectievakje van het apparaat in dat u aan de MAC-filter wilt toevoegen.
- Klik op Toevoegen aan MAC-filterlijst.
____
* Uitsluitend beschikbaar op specifieke modellen.